Jamf heeft het afgelopen jaar een miljoen Macs met Apple M1-chips uitgerold. De vraag of Apple er goed aan heeft gedaan om af te stappen van Intel, krijgt een steeds duidelijker antwoord.
In november 2020 introduceerde Apple een nieuwe chipfamilie. Toestellen met de zogenaamde M1, M1 Pro en M1 Max hebben sindsdien het levenslicht gezien. Tot grote ergernis van Intel, de chipfabrikant die Apple-toestellen voor de introductie van processors voorzag.
De 15-jarige samenwerking tussen Intel en Apple veranderde in oppositie. Apple werkt samen met chipfabrikant TSMC. De productiekosten daalden. Apple investeert besparingen in chipdesign, wat resulteert in sterke modellen. De M1, M1 Pro en M1 Max zijn krachtig. Krachtig genoeg om de prestaties van high-end Intel-chips te evenaren - en zelfs te overtreffen, afhankelijk van wie je het vraagt.
Een jaar na de splitsing blijkt de verhuizing commercieel succesvol te zijn. Volgens marktonderzoeker Canalys is de verkoop van Apple notebooks gestaag gestegen. De chips spelen hierin een centrale rol.
Van school tot onderneming
De zakelijke geschiktheid van de chips werd herhaaldelijk onderstreept. Containerplatform Docker ontwikkelde ondersteuning voor de productlijn. Bovendien nam de Linux Foundation processors serieus.
Jamf, ontwikkelaar van grootschalige Apple device management-oplossingen, stapt ook naar voren. De organisatie maakt bekend dat het het afgelopen jaar een miljoen Macs met M1-chips heeft uitgerold. De uiteindelijke gebruikersgroep varieert. Softwaregigant SAP kocht 3,500 modellen. Electric, een Jamf-partner, ziet een toename van gebruikers in kleine en middelgrote bedrijven.